Naam | Turfsteekijzer |
Korte beschrijving | Betreft een metalen turfsteekijzer met een breed houten handvat. Het metaal is uit één stuk gesmeed. Een turfsteekijzer gebruikte men om turf langs de lijnen te steken die door de krabber waren getrokken. Door de gaten kon men een stok steken en zo de diepte bepalen. |
Thema | nijverheid |
Datering | 18e eeuw |
Materiaal | ijzer en hout |
Collectie | Historische kring ’In de Gloriosa’ |
Plaats | Ankeveen, ‘s-Graveland en Kortenhoef |
Toelichting | Tot het jaar 1000 was het gebied tussen Vecht en Eem nog zo dun bevolkt dat de bevolking nog geen behoefte had aan het uitbreiden van land voor landbouw en veeteelt. Door de toenemende bevolkingsdruk begon daarna de ontginning van de veengebieden ten behoeve van landbouw en brandstof. Hiertoe werd het veen eerst ontwaterd door het graven van sloten en vaarten. Tot 1500 was het vooral droge vervening: het steken van het hoge veen boven de waterspiegel. Na 1500 werd steeds meer tot natte vervening overgegaan: het uitbaggeren van het veen dat vervolgens werd gedroogd en daarna gesneden met een turfsteekijzer tot turven. Na 1860 liep het veenbedrijf geleidelijk ten einde. Door de natte vervening zijn de grote plassen rond Loosdrecht, Kortenhoef en Ankeveen ontstaan met petgaten en legakkers. |
boerenbedrijf
Turfbak met schildering
Naam | Turfbak met schildering |
Korte beschrijving | Turfbak voor het bewaren van turf naast de kachel zoals later de kolenkit. |
Thema | nijverheid |
Datering | 19e eeuw |
Materiaal | metaal, opdruk is van email |
Collectie | Historische kring ’In de Gloriosa’ |
Plaats | Ankeveen, ‘s-Graveland en Kortenhoef |
Toelichting | Tot het jaar 1000 was het gebied tussen Vecht en Eem nog zo dun bevolkt dat de bevolking nog geen behoefte had aan het uitbreiden van land voor landbouw en veeteelt. Door de toenemende bevolkingsdruk begon daarna de ontginning van de veengebieden ten behoeve van landbouw en brandstof. Hiertoe werd het veen eerst ontwaterd door het graven van sloten en vaarten. Tot 1500 was het vooral droge vervening: het steken van het hoge veen boven de waterspiegel. Na 1500 werd steeds meer tot natte vervening overgegaan: het uitbaggeren van het veen dat vervolgens werd gedroogd en daarna gesneden met een turfsteekijzer tot turven. Na 1860 liep het veenbedrijf geleidelijk ten einde. Door de natte vervening zijn de grote plassen rond Loosdrecht, Kortenhoef en Ankeveen ontstaan met petgaten en legakkers. |
Noortje of rietnoortje
Naam | Noortje of rietnoortje |
Korte beschrijving | Het noortje werd gebruikt om riet en ruigt (verschillende hoge grassoorten) te snijden. Het riet was bestemd voor rietdekkers en het ruigt ging naar de bollenvelden om deze in de winter af te dekken tegen de vorst. Waar de benaming noortje vandaan komt is onbekend. |
Thema | nijverheid |
Datering | 19e eeuw |
Materiaal | ijzer en hout |
Collectie | Historische kring ’In de Gloriosa’ |
Plaats | Ankeveen, ‘s-Graveland en Kortenhoef |
Toelichting | Tot het jaar 1000 was het gebied tussen Vecht en Eem nog zo dun bevolkt dat de bevolking nog geen behoefte had aan het uitbreiden van land voor landbouw en veeteelt. Door de toenemende bevolkingsdruk begon daarna de ontginning van de veengebieden ten behoeve van landbouw en brandstof. Hiertoe werd het veen eerst ontwaterd door het graven van sloten en vaarten. Tot 1500 was het vooral droge vervening: het steken van het hoge veen boven de waterspiegel. Na 1500 werd steeds meer tot natte vervening overgegaan: het uitbaggeren van het veen dat vervolgens werd gedroogd en daarna gesneden met een turfsteekijzer tot turven. Na 1860 liep het veenbedrijf geleidelijk ten einde. Door de natte vervening zijn de grote plassen rond Loosdrecht, Kortenhoef en Ankeveen ontstaan met petgaten en legakkers. |
Boezemschop
Naam | Boezemschop |
Korte beschrijving | De boezemschop werd gebruikt om de veenbagger vanuit de praam op de legakker te hozen waarna het moest uitwateren en drogen voordat er turf van gestoken kon worden. |
Thema | nijverheid |
Datering | 19e eeuw |
Materiaal | hout |
Collectie | HK In de Gloriosa |
Plaats | Ankeveen, ‘s-Graveland, Kortenhoef |
Toelichting | Tot het jaar 1000 was het gebied tussen Vecht en Eem nog zo dun bevolkt dat de bevolking nog geen behoefte had aan het uitbreiden van land voor landbouw en veeteelt. Door de toenemende bevolkingsdruk begon daarna de ontginning van de veengebieden ten behoeve van landbouw en brandstof. Hiertoe werd het veen eerst ontwaterd door het graven van sloten en vaarten. Tot 1500 was het vooral droge vervening: het steken van het hoge veen boven de waterspiegel. Na 1500 werd steeds meer tot natte vervening overgegaan: het uitbaggeren van het veen dat vervolgens werd gedroogd en daarna gesneden met een turfsteekijzer tot turven. Na 1860 liep het veenbedrijf geleidelijk ten einde. Door de natte vervening zijn de grote plassen rond Loosdrecht, Kortenhoef en Ankeveen ontstaan met petgaten en legakkers. |
Baggerbeugels of baggernetten
Naam | Baggerbeugels of baggernetten |
Korte beschrijving | Dit gereedschap werd gebruikt bij de natte vervening om veenbagger mee uit een moeras of van de bodem van een water te scheppen. De baggerbeugel bestaat uit een lange steel, waaraan een stalen ring is bevestigd en een net welke met leren riempjes aan de metalen ring is bevestigd. Aan de voorkant van de stalen ring zit een zogenaamde schraapplaat die afhankelijk van de grondsoort een puntige afwerking heeft. De grondsoort is ook bepalend voor de maaswijdte van het net. Met de baggerbeugel was het mogelijk om veen tot zo’n twee meter onder de waterspiegel weg te baggeren, een praktijk die veentrekken of slagturven werd genoemd. De veenbagger werd in een praam gehesen en later op de legakker uitgegooid om te ontwateren en te drogen waarna er turf van gestoken kon worden. |
Thema | nijverheid |
Datering | 17e eeuw |
Materiaal | ijzer, hout, leer en touw |
Collectie | Historische kring ’In de Gloriosa’ |
Plaats | Ankeveen, ‘s-Graveland en Kortenhoef |
Toelichting | Tot het jaar 1000 was het gebied tussen Vecht en Eem nog zo dun bevolkt dat de bevolking nog geen behoefte had aan het uitbreiden van land voor landbouw en veeteelt. Door de toenemende bevolkingsdruk begon daarna de ontginning van de veengebieden ten behoeve van landbouw en brandstof. Hiertoe werd het veen eerst ontwaterd door het graven van sloten en vaarten. Tot 1500 was het vooral droge vervening: het steken van het hoge veen boven de waterspiegel. Na 1500 werd steeds meer tot natte vervening overgegaan: het uitbaggeren van het veen met behulp van baggerbeugels met baggernetten. Nadat de veenlaag was ingedroogd werden turven gesneden en gestoken. Na 1860 liep het veenbedrijf geleidelijk ten einde. Door de natte vervening zijn de grote plassen rond Loosdrecht, Kortenhoef en Ankeveen ontstaan met petgaten en legakkers. |